Wonen zoals u dat wilt
In het voorjaar kunt u veel trekvogels zien. Vogels die in Afrika en Zuid-Europa hebben overwinterd, keren vanaf maart terug naar het noorden. Ze zoeken in Nederland een plek om te broeden, of ze maken een tussenstop en trekken daarna weer door. Hier moet u opletten als u trekvogels wilt gaan bekijken.
Miljoenen vogels passeren in het voorjaar ons land. Ze zijn onderweg zijn naar een gebied waar ze kunnen broeden. Ze willen daar graag als eerste het beste plekje voor hun nest vinden.
De vogels vliegen op hun tocht naar het noorden langs de kust van Nederland. Voor een groot aantal vogels is Nederland het einde van de tocht, voor andere vogels is ons land de ideale tussenstop. Vogels vinden in natte gebieden met ondiep water veel voedsel. Zo is bijvoorbeeld de Waddenzee één van de belangrijkste gebieden voor vogels vanuit de hele wereld.
De vogels die in Nederland blijven, verspreiden zich en gaan op zoek naar een eigen plek waar ze kunnen broeden. U kunt ze het beste zien en horen als ze nog maar net aangekomen zijn. Want op dat moment wordt er hard gestreden om de beste plekken. Ook sloven de mannetjes zich uit om vrouwtjes het hof te maken. Hun veren zijn op het mooist en ze zingen uitbundig. Sommige vogels maken baltsvluchten, speciale vliegbewegingen om indruk te maken.
Veel vogelsoorten komen tegenwoordig eerder aan dan vroeger. In vergelijking met tientallen jaren geleden scheelt dat dagen of zelfs weken. De Vogelbescherming heeft een handige kalender waarop u de aankomsttijd van 50 soorten vogels kunt zien. Wilt u bijvoorbeeld graag de blauwborst zien, dan maakt u in april de meeste kans.
Het is niet eenvoudig om trekvogels in de lucht te herkennen. Ook vogelkenners hebben er soms moeite mee. Misschien herkent u met gemak elke vogel die u in uw tuin ziet. Of trekt u er regelmatig op uit met de verrekijker en onderscheidt u met gemak de boomkruiper van de boomklever. Maar tijdens de vogeltrek is alles anders. U ziet niet één vogel duidelijk in uw kijker, maar een wolk van tientallen of soms honderden vogels op grotere afstand. En u hoort niet hun bekende zang, maar een korte roep. Als u niet zo ervaren bent, is het leuk om naar een telpost te gaan. Daar worden de vogels geteld en geregistreerd. Er zijn honderden telposten in Nederland. Soms zijn er excursies en vaak komt u er vogelkenners tegen van wie u iets kunt leren.
Er zijn twee soorten trekvogels. De vogels die een lange afstand afleggen ( de langeafstandstrekkers) en vogels die korte afstanden vliegen (de korteafstandstrekkers). Langeafstandstrekkers overwinteren in Afrika. Bijvoorbeeld zwaluwen, nachtegalen, koekoeken, weidevogels, veel watervogels en sommige roofvogels overwinteren in Afrika. Korteafstandstrekkers blijven hun hele leven in Europa. De tjiftjaf, zwartkop en blauwborst bijvoorbeeld, overwinteren in Europa.Sommige vogels trokken vroeger wel, maar nu niet meer altijd. Een groot deel van de ooievaars blijft hier, afhankelijk van het weer in de herfst. Ook de tjiftjaf, grote stern, lepelaar en kleine zilverreiger kunt u ook ’s winters nog in Nederland tegenkomen.
Als u de vogeltrek wilt zien, kunt u naar een plek gaan die op de route van de vogels ligt. Van deze plekken is bekend dat er veel vogels te zien zijn. Soms vindt u hier ook bijzondere vogelsoorten.
Op alle Waddeneilanden kunt u enorme aantallen trekvogels zien. Grote groepen zoeken voedsel op het wad, anderen zoeken hun voedsel in de polders. Vooral Texel is een populair eiland voor vogelliefhebbers.
Bij droog weer en een zachte zuiden- of zuidoostenwind heeft u de meeste kans om trekvogels te zien. De vogels hebben dan de wind in de rug.
In het Zeeuws-Vlaamse Breskens aan de Westerschelde zijn veel trekvogels te zien. Hier ligt ook een telpost. De plek is bijzonder, omdat trekvogels hier aarzelen. Steken ze het water over of vinden ze dat te eng en blijven ze de kustlijn volgen?
Meer over de voorjaarstrek en de populaire plekken vindt u op de website van de Vogelbescherming.