Vogels voeren mag weer, het hele jaar door

Vogels vinden steeds minder geschikte voedselplekken omdat ons land steeds dichter wordt bebouwd. Er zijn steeds minder open plekken met planten vol zaden en insecten en er komt steeds meer beton en asfalt. Struiken en bomen met natuurlijke schuil- en nestgelegenheid verdwijnen. Vogelvriendelijk ingerichte tuinen kunnen dat verlies goedmaken. Een variatie aan gras, bloeiende planten, struiken of bomen helpt veel vogels, zodat ze op eigen kracht kunnen leven. Vogels gebruiken het hele jaar door veel energie, dus ze hebben veel eten nodig. Ze lopen niet het risico dat ze teveel eten, want ze stoppen met eten als ze geen honger meer hebben. Veel mensen genieten van vogels dichtbij huis. Door bij te voeren laten vogels zich nog vaker zien.

Geschikte voedingsmiddelen voor vogels zijn bijvoorbeeld noten, bessen, zaden, pinda’s, rozijnen, appels en vetbollen. Voer geen eten waar zout in zit, ook geen brood. Ook olie en margarine zijn niet goed voor vogels. Geef niet teveel in één keer, zodat het voedsel niet kan bederven en ook geen ongedierte aantrekt. Leg het voer op verschillende plekken. Mezen eten bijvoorbeeld liever wat hoger, terwijl merels en vinken graag van de grond eten. Schuwe vogels vinden het fijn als er wat in de struiken ligt. 

In het voorjaar zoeken vogels een partner, bouwen ze een nest, leggen ze eieren en brengen ze hun jongen groot. Ze hebben daar veel eiwitten en kalk voor nodig. Eiwitten krijgen ze onder andere binnen door insecten, rupsen en wormen te eten. Maar als het een paar dagen hard regent en waait, dan is een extra hapje heel welkom. Denk aan meelwormen en vogelvoer, maar ook aan goed uitgekookte en fijngestampte eierschillen. Geef nooit melk.

Ook in de zomer hebben vogels veel eiwit nodig om een nieuw verendek op te bouwen voor de winter. Ze gaan op zoek naar wormen en insecten. U kunt ze daarbij helpen door insecten aan te trekken met bloeiende planten. Ze vinden het ook fijn als u het gazon besproeit, want daardoor komen er wormen naar boven. U kunt de vogels hetzelfde aanbieden als in de lente. Zorg ook dat er voldoende water is om te drinken en om een bad in te nemen.

Als u vogels voert in de herfst, heeft u grote kans dat ze vaste gast worden in uw tuin of balkon. Als het kouder wordt, zullen ze juist in uw tuin of balkon op zoek gaan naar voedsel. Vogels eten in de herfst veel bessen uit struiken. Vetbollen en pinda’s vinden ze nu ook lekker.

In de wintermaanden hebben vogels energie nodig om de hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. Sommige soorten verliezen in een koude nacht wel 10 procent van hun gewicht. Daarom kunnen ze wel wat extra’s gebruiken. Denk aan zadenmengels, vetbollen, pinda’s en fruit. Als het hard vriest, kunt u ze beter geen drinkwater aanbieden. Het water hebben ze nu minder hard nodig en baden in de vrieskou is niet goed voor ze. Bij lichte vorst kan drinkwater wel. Als ze daarin toch een bad nemen, rolt het water snel genoeg van hun vette veren af. Geef geen water met zout of suiker, dat is niet goed voor vogels.

Wilt u de vogels in uw tuin of op uw balkon beter leren kennen? De Vogelbescherming geeft online vogelcursussen die u gratis kunt volgen. In de cursussen leert u op een andere manier naar vogels te kijken, zodat u er nog meer van kunt genieten.