De Belastingdienst gaat uit van fictief rendement. Met andere woorden, dat uw vermogen u iets oplevert. Het percentage dat de Belastingdienst rekent is afhankelijk van de omvang van uw vermogen. Wie meer vermogen heeft, betaalt meer belasting.
57.000 euro vermogen per persoon is belastingvrij: dat is het heffingsvrij vermogen. Daarnaast zijn er nog enkele aanvullende vrijstellingen. Bijvoorbeeld een vrijstelling voor beleggingen in een door de Belastingdienst erkend groenfonds. Over het vrijgestelde bedrag ontvangen u en uw fiscaal partner een extra heffingskorting van 0,7 procent. Dit gaat maximaal over een bedrag van 65.072 euro voor u, en voor u en uw fiscaal partner samen: 130.144 euro (bedragen 2023).
Heeft u meer vermogen dan de vrijstelling? Dan moet u belasting betalen over het deel dat boven de vrijstelling uitkomt. Daarbij maakt het verschil of u spaart of belegt. Als u schulden heeft, mag u daarvoor een bedrag aftrekken. De Belastingdienst gaat ervanuit dat u een bepaald rendement maakt met uw spaargeld en beleggingen. Het werkelijke rendement dat u krijgt maakt niet uit, de Belastingdienst gaat uit van een gemiddelde. Het gemiddelde rendement over 2023 wordt achteraf berekend. Voorlopig gaat de Belastingdienst uit van deze percentages.
- Spaargeld: 0,01%
- Overige bezittingen: 5,53%
- Schulden: 2,46%
Over het totale rendement betaalt u 32 procent belasting.
De peildatum is 1 januari van het jaar waarover u aangifte doet. U kunt belasting besparen door het belaste vermogen terug te dringen, bijvoorbeeld door boetevrij een deel van de hypotheek af te lossen. Bij een spaarhypotheek is dat niet altijd gunstig, dus win hierover advies in! Een deel van het vermogen schenken is natuurlijk ook een oplossing. Ook daarvoor veranderen de bedragen.