Tot 1 januari 2020 was er een harde inkomensgrens. Als uw inkomen boven deze grens uitkwam, had u geen recht op huurtoeslag. Zelfs niet als u maar één euro meer verdiende. Daardoor raakten mensen die iets meer gingen verdienen hun volledige huurtoeslag kwijt en hadden zij minder te besteden dan voor de verhoging van hun inkomen.
Alleenstaand, geen AOW | € 22.700 |
Alleenstaand, met AOW | € 22.675 |
Meer personen, geen AOW | € 30.825 |
Meer personen, met AOW | € 30.800 |
Geleidelijk minder huurtoeslag
Sinds 2020 gelden andere regels. Komt het inkomen boven de oude inkomensgrens, dan gaat de huurtoeslag geleidelijk omlaag. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de huurtoeslag. Ligt uw inkomen ver boven de grens, dan ontvangt u geen huurtoeslag. Bij welk inkomen dat is, hangt bijvoorbeeld af van de huurprijs.
Rekenvoorbeeld
Bij een huur van rond de 600 euro per maand komt de huurtoeslag voor een alleenstaande bij een inkomen van ongeveer 28.850 euro uit op nul. Voor een huishouden met meer personen en een huur van rond de 600 euro per maand daalt de huurtoeslag bij een inkomen van ongeveer 37.850 euro tot nul. Dit rekenvoorbeeld is gebaseerd op geschatte en afgeronde cijfers.
Voor wie is dit gunstig?
De nieuwe regeling is in de eerste plaats gunstig voor huurders met huurtoeslag, van wie het inkomen stijgt tot boven de inkomensgrens. In de oude situatie moesten zij huurtoeslag terugbetalen, omdat achteraf bleek dat ze die onterecht hadden ontvangen. Nu niet meer. Dat gaat om naar schatting 77.000 ontvangers van huurtoeslag. Ook huurders die nu net te veel verdienen voor huurtoeslag, hebben voordeel van de nieuwe rekenregels. Het gaat naar schatting om 115.000 huishoudens. Zij krijgen recht op een gemiddeld bedrag van 50 euro per maand, maximaal 185 euro per maand. Wilt u weten of u ook voor huurtoeslag in aanmerking komt? Op de website van de Belastingdienst kunt u een proefberekening maken voor uw eigen situatie. U krijgt de huurtoeslag niet automatisch. U moet deze zelf aanvragen bij de Belastingdienst.