Wat ga ik merken van de nieuwe Pensioenwet?

Op 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen ingegaan. Deze wet gaat in de komende jaren veel veranderen aan de manier waarop u pensioen opbouwt en uitgekeerd krijgt. Wat gaat u daarvan merken?

Wat verandert er in het nieuwe pensioenstelsel?

De Wet toekomst pensioenen gaat op een andere manier om met het aanvullende pensioen dat u opbouwt of heeft opgebouwd bij uw werkgever. De AOW blijft hetzelfde en als u een lijfrente heeft, verandert de nieuwe wet daar ook niets aan.

Het aanvullende pensioen dat uw opbouwt bij een werkgever, is er tot nu toe op gericht om in de toekomst een gegarandeerd pensioen te kunnen uitkeren. Deelnemers betalen premie om die belofte waar te kunnen maken. In het nieuwe stelsel bouwt u met de premie geen recht op een uitkering meer op, maar een eigen pensioenpotje. Uw pensioenuitkeringen worden uit dit pensioenpotje betaald. De hoogte van de bedragen staat nog niet vast.  

Waarom zijn er nieuwe pensioenregels?

Het pensioenstelsel dat we nu hebben past niet meer bij de deze tijd. Dit heeft allerlei oorzaken. Zo moeten pensioenfondsen grote reserves aanleggen om alle deelnemers pensioen uit te kunnen keren. Door de lage rente moesten deze reserves extra hoog zijn. En dat is bijna niet op te brengen. Ook stijgen de pensioenen niet mee met de prijsstijgingen (inflatie). In het nieuwe stelsel zijn er minder strenge rekenregels voor pensioenfondsen en loopt u het risico dat uw pensioen gaat schommelen. Tegelijkertijd vergroten de nieuwe regels de kans dat uw pensioen kan meestijgen met de inflatie.

Daarnaast is er veel veranderd op de arbeidsmarkt. Mensen werken niet meer heel hun leven bij dezelfde werkgever en wisselen vaker van baan of gaan ondernemen. Daar is het pensioenstelsel van nu niet goed op ingericht.

De nieuwe regels moeten pensioenen ook duidelijker en persoonlijker maken. Nu is voor veel mensen niet duidelijk hoeveel ze precies voor hun pensioen betalen.

Wat gebeurt er met mijn opgebouwde pensioen?

Bij de overgang van het oude pensioenstelsel naar het nieuwe pensioenstelsel verhuist uw opgebouwde pensioen uit de oude regeling mee naar de nieuwe regeling. Dat heet invaren. Uw recht op een stuk van de pensioenbelofte wordt omgezet in een eigen pensioenpotje. Uw pensioen valt dan onder de nieuwe regels. 

Ik krijg al pensioen. Wat ga ik merken van de nieuwe pensioenregels?

Voorlopig merkt u er nog niet veel van. Pensioenfondsen hebben tot 1 januari 2028 de tijd gekregen om over te stappen naar het nieuwe systeem. Het grootste pensioenfonds voor ambtenaren (ABP), heeft al aangegeven in elk geval tot 1 januari 2027 nodig te hebben.

Vanaf het moment dat een fonds overstapt, beweegt de hoogte van het pensioen mee met de beleggingsresultaten. Gaat het goed, dan stijgt een pensioen mee. Zit het tegen, dan kan een pensioen ook sneller dalen. De hoogte van het pensioen wordt één keer per jaar aangepast. U krijgt dus niet elke maand een hoger of een lager pensioen. Er komen ook extra maatregelen om sterke schommelingen op te vangen. Dit heet de solidariteitsreserve. Het verschilt per pensioenfonds hoe die er precies uitziet. Werkgevers en werknemers nemen hierover de beslissingen. Uw pensioenfonds zal u de komende jaren informeren over de gevolgen van de nieuwe wet.

Ik werk nog. Wat ga ik merken van de nieuwe pensioenregels?

Als u op of na 1 juli 2024 met pensioen gaat, kunt u 10 procent van uw persoonlijke pensioenpotje in één keer opnemen. De rest krijgt u maandelijks uitgekeerd. Hierdoor wordt uw pensioen per maand lager, maar kunt u in het begin gebruikmaken van een groot bedrag ineens.

Werknemers tussen de 40 en 50 jaar kunnen door het nieuwe pensioenstelsel een lager pensioen krijgen. Voor deze groep komt er een 'knip' in de pensioenopbouw. Hoe groot het verlies is, is nog niet helemaal duidelijk en verschilt van geval tot geval. Rekenvoorbeelden laten zien dat het om duizenden euro’s per jaar kan gaan. Daarom is afgesproken dat er een regeling komt die dit verschil vergoedt. Hoe die regeling er precies uit komt te zien, is ook nog niet duidelijk. Pensioenfondsen werken deze regeling verder uit.