Wonen zoals u dat wilt
Mensen met dementie krijgen vaak problemen met slapen. Dat kan erg vervelend zijn, zeker als dat samengaat met onrust en angst. Als mantelzorger kunt u proberen te helpen met deze tips.
Als uw naaste met dementie te weinig slaapt, kan dat voor u beiden erg lastig zijn. Misschien spookt uw naaste ’s nachts door het huis omdat hij of zij niet kan slapen. Of misschien is uw naaste extra prikkelbaar door een tekort aan slaap. Ook kunnen de problemen met het geheugen erger worden. Iemand met dementie die slecht slaapt, kan daardoor snel achteruitgaan.
Als mantelzorger kunt u op verschillende manieren proberen om de slaap van uw naaste te verbeteren. Sommige tips zijn goed voor iedereen, andere werken alleen in bepaalde situaties of bij bepaalde personen.
Zorg overdag voor voldoende beweging en geestelijke activiteit. Iemand die moe is van de dag, slaapt beter. Dat geldt ook voor mensen met dementie. Maak uw naaste ’s morgens ook op tijd wakker. Ouderen hebben minder slaap nodig, dus uitslapen is geen goed idee.
Voor iemand met dementie moet het verschil tussen dag en nacht heel duidelijk zijn. Zorg er daarom voor dat het overdag licht genoeg is. Zet op donkere dagen extra lampen aan. Soms kan lichttherapie helpen. Vraag hiernaar bij de huisarts.
Ga gapen, rek u uit en wrijf in uw ogen. Zeg ook duidelijk dat u moe bent en naar bed wilt. Het kan helpen om iedere avond samen af te sluiten en de lichten uitdoen, zodat er een nieuwe gewoonte ontstaat.
Ging uw naaste altijd laat naar bed? Dan is het niet verstandig om nu al om 9 uur in de avond naar bed te gaan.
In slaap vallen gaat makkelijker in een rustige slaapkamer met donkere gordijnen. Zorg ervoor dat er niet te veel spullen in de slaapkamer staan. Dat zorgt voor prikkels en onrust.
Laat ’s nachts geen felle lichten branden, ook niet als uw naaste angstig is. Kies bij angst liever voor een klein schemerlampje met gedempt licht. In een te lichte kamer maakt het lichaam te weinig of geen melatonine aan. Melatonine is nodig voor een goede nachtrust.
Een zakdoekje met lavendel of een andere rustgevende geur op het kussen kan helpen.
Iemand met dementie begrijpt minder van tijd. Praat daarom ’s avonds niet over plannen voor morgen. Dat zorgt alleen maar voor verwarring.
Laat uw naaste in bed luisteren naar rustige muziek. Of lees een stukje voor. Muziek en voorlezen geven een gevoel van veiligheid en dat is voor mensen met dementie belangrijk.
Kijk in bed geen televisie en laat ook de tablet buiten de slaapkamer.
Deze producten zijn niet goed voor de slaap. Cafeïnevrije koffie of een ontspannende kruidenthee zijn beter.
Gebruikt uw naaste medicijnen? Vraag dan aan de huisarts of apotheker of die de slaap beïnvloeden. Als dat zo is, vraag dan of er andere mogelijkheden zijn. Pas op met slaappillen. Die zorgen lang niet altijd voor een gezonde nachtrust en kunnen zelfs voor extra onrust zorgen. Bovendien zorgen deze medicijnen overdag vaak voor een versuft gevoel.
Sommige mensen met dementie worden slaperig van een lavalamp. De vloeistof in zo’n lamp beweegt heel traag en dit kan een gevoel van rust geven. Let wel op, een lavalamp wordt warm, dus zorg ervoor dat uw naaste de lamp niet aan kan raken. Lavalampen zijn er vanaf 40 euro (2022).
Een verzwaringsdeken geeft een extra gevoel van veiligheid en geborgenheid. Verzwaringsdekens zijn er in verschillende varianten en gewichten. Te koop vanaf 70 euro (2022).
Het matras moet niet te zacht en niet te hard zijn. Een te zacht bed kan mensen met dementie het gevoel geven dat zij zweven. Dit kan hen angstig maken. Een te hard bed kan juist te veel prikkels geven.
Overweeg de aankoop van een apparaat dat white noise uitzendt. White noise is een soort onopvallende ruis. Deze ruis zorgt ervoor dat de hersenen de geluiden uit de omgeving niet langer bewust opvangen. Daardoor kunnen omgevingsgeluiden de slaap niet meer verstoren. Onderzoek laat zien dat white noise helpt bij mensen met dementie die ’s nachts onrustig zijn. Een white noise apparaat kost 20 tot 30 euro (2022).
Blijft uw naaste ’s nachts onrustig? Schakel dan hulp in, bijvoorbeeld via de huisarts.