8 veelgestelde vragen over beginnende dementie

Helpt u iemand die dementie heeft? Dan heeft u waarschijnlijk vaak te maken met lastige vragen. U wilt dat uw naaste veilig is, maar u wilt hem of haar ook niet teveel beperken. De antwoorden op deze veel gestelde vragen helpen u om iemand met dementie zo goed mogelijk te begeleiden.

1. Mijn vader vergeet steeds zijn sleutels als hij de deur uitgaat. Wat nu?

Mensen met dementie vergeten spullen of raken ze kwijt. In bepaalde situaties kan dat heel vervelend zijn, bijvoorbeeld als iemand zichzelf daardoor buitensluit. Geheugensteuntjes kunnen helpen. Hang bijvoorbeeld een duidelijke tekst, foto of een tekening van de sleutels aan de binnenkant van de deur met daarnaast een haakje waaraan de sleutels hangen. Of plaats een praatknop op een zichtbare plek bij de deur. Die kunt u inspreken met ‘vergeet de sleutels niet’. Veel mensen drukken zo’n knop automatisch in. Of maak aan een touwtje in de jaszak de sleutel vast. Op die manier gaat de sleutel altijd mee.

2. Hoe leer ik mijn moeder omgaan met een afstandsbediening?

Als er een nieuw apparaat in huis komt, is het in het begin vaak lastig om daarmee om te gaan. De afstandsbediening van een tv of verlichtingssysteem bijvoorbeeld. Mensen met dementie zoeken naar houvast in de vorm van een aanwijzing of een instructie. Gaat het om de afstandsbediening van de tv, leg dan een korte duidelijke handleiding op papier dichtbij de stoel van waaruit uw moeder tv kijkt. Plak de knoppen die niet nodig zijn om tv te kijken af en markeer de knoppen die wel nodig zijn met felle kleuren. Bijvoorbeeld de aan- en uitknop blauw, de volumeknop groen en de knop waarmee u de zender kiest, maakt u rood. Er zijn ook eenvoudige afstandsbedieningen te koop met extra grote en dikke knoppen.

3. Mijn vader gaat wandelen en raakt de weg kwijt. Wat kan ik doen?

Mensen die dementie krijgen raken vaak het besef van tijd en omgeving kwijt. Daardoor verdwalen ze makkelijker. Het kan helpen iemand vaste routes aan te leren door samen altijd dezelfde route te lopen naar de supermarkt of door de buurt. Zorg dat er duidelijke herkenningspunten te zien zijn. Markeer het huis aan de buitenkant met iets vertrouwds aan de gevel of een speciale kleur. Stop briefjes in de zakken van de jassen van uw vader of naai labels in de jas met naam, adres en telefoonnummer van uzelf zodat u gebeld kan worden in geval van nood. Ook bestaat er een speciale hulpkaart die uw vader bij zich kan dragen. Daarop staat wat anderen het beste kunnen doen als ze uw vader verward tegenkomen. Ook bestaan er hulpmiddelen bij dwalen, waarmee u bijvoorbeeld op afstand kunt zien waar uw naaste is.

4. Hoe vertel ik mijn moeder dat ze naar de dagbesteding gaat?

Als u iemand moet vertellen dat hij of zij het huis uit moet om naar de dagbesteding te gaan, kan dat verzet oproepen. Vooral als iemand altijd zelfstandig is geweest en nog niet accepteert dat er sprake is van dementie. Dwingen helpt niet. Erover praten en de positieve dingen benoemen kan een verschil maken. U kunt het makkelijker maken door samen de dagbesteding te bezoeken om er alvast een kijkje te nemen. Soms helpt het om het woord dagbesteding niet te gebruiken. Noem het anders, bijvoorbeeld de club, het activiteitencentrum of de soos. Breng uw moeder de eerste keer zelf naar de dagbesteding.

5. Mijn moeder kookt nog zelf. Hoe zorg ik ervoor dat ze het gas niet vergeet?

Veel mensen zijn gewend om op gas te koken. Zeker met dementie is het niet eenvoudig om opeens met een keramische of elektrische kookplaat te leren omgaan. Maar er zijn manieren om het koken veiliger te maken. Zo zijn er beschermknoppen die de knoppen van het gasfornuis afschermen. Daarmee kunt u voorkomen dat een knop per ongeluk wordt ingeschakeld. Sommige gasfornuizen hebben een vlambeveiliger, die ervoor zorgt dat de gastoevoer vanzelf stopt als een vlam uitgaat. U kunt ook een timer op de gasleiding laten zetten. Die regelt dat de gastoevoer na een bepaalde tijd automatisch stopt.

6. Hoe vertel ik mijn vader dat hij geen auto meer moet rijden?

Iemand met de diagnose dementie mag geen auto rijden. Alleen bij lichte dementie kan iemand een rijtest doen bij het CBR om te onderzoeken of autorijden nog mogelijk is. Het kan heel lastig zijn om dat uit te leggen aan iemand met dementie. Vertel waarom autorijden gevaarlijk is en wijs ook op het gevaar dat andere weggebruikers veroorzaken. Soms helpt het als de huisarts of een wijkagent uitlegt waarom iemand niet mag rijden. Ga er niet over in onderhandeling, mensen met dementie kunnen de afspraken vaak niet onthouden. Bied uzelf aan als chauffeur of stel een schema op met mensen die willen rijden. Voorkom dat uw vader zich herinnert dat hij graag autorijdt. Parkeer de auto niet voor het huis en verstop de autosleutels.

7. Mijn moeder heeft een vriezer vol oud voedsel waar ze geen afstand van wil doen. Hoe kan ik haar helpen?

Als het onbespreekbaar is om de vriezer schoon te maken en oud eten weg te gooien, vervang dan één voor één de ingevroren etenswaren door vers voedsel. Zo valt het niet op dat er iets is veranderd en loopt uw naaste geen risico’s. Zo houdt u het veilig voor haar.

8. Mijn vader weet in gezelschap niet meer wat gepast is. Wat kan ik daaraan doen?

Bij alle vormen van dementie kunnen mensen impulsief en ongeremd gedrag vertonen. Tijdens een verjaardag verstoort iemand met harde stem het gesprek of maakt ongepaste opmerkingen tegen vreemden bijvoorbeeld. Terechtwijzen heeft geen zin en negeren is moeilijk. Houd u zelf voor ogen dat dit gedrag door ziekte wordt veroorzaakt en dat u er niet verantwoordelijk voor bent. Verontschuldigen hoeft niet, maar u kunt anderen er wel op wijzen dat uw vader dementie heeft. Humor kan ook helpen om de ongemakkelijke situatie te doorbreken.

Verder lezen

Meer informatie en inspiratie voor het omgaan met iemand met dementie vindt op de website Dementie.nl.