Volgens de Stichting Alzheimer Nederland telde Nederland in 2021 290.000 dementiepatiënten. Elk uur komen daar vijf nieuwe patiënten bij. Als gevolg van de vergrijzing verwacht men dat er in 2040 meer dan een half miljoen mensen met dementie zullen zijn. Leren hoe we het beste met hen om kunnen gaan, wordt dus alleen maar belangrijker.
Laat zien hoe laat het is
Iemand met dementie heeft vaak moeite met zijn of haar oriëntatie. Hij of zij weet niet meer hoe laat het is of in welk jaar we leven. Een duidelijke klok met tijd en datum kan een deel van die onrust wegnemen. Steeds als uw naaste vraagt hoe laat het is of welke dag het is, kunt u wijzen op de klok. Onderzoek heeft laten zien dat dit de oriëntatie kan verbeteren. Het is goed dat u zich realiseert dat naarmate de ziekte vordert, het moeilijker wordt om iemand met dementie in het hier en nu te houden.
Verbeteren - liever niet
Uw naaste leeft steeds meer in het verleden. Uw vader vraagt bijvoorbeeld wanneer zijn vrouw thuiskomt, terwijl zij al is overleden. Voor u kan dit heel akelig zijn en veel mensen willen de fout verbeteren: "U weet toch dat mama niet meer leeft?" Helaas werkt dat vaak averechts: uw vader kan er onrustig en boos van worden. Begin over een ander onderwerp of ga juist verder mee in het verhaal: "Hoe heeft u mama eigenlijk leren kennen?"
Duik samen het verleden in
Met behulp van voorwerpen, foto’s of muziek uit het verleden kunt u samen herinneringen ophalen. Op deze manier maakt u contact en komt u in gesprek. Haal herinneringen op aan gebeurtenissen maar ga niet zoeken naar namen, jaartallen of plaatsnamen. Samen herinneringen ophalen: wetenschappelijk onderzoek laat zien dat hierdoor het welbevinden verbetert mannen en vrouwen met dementie.
Bewaar de rust
Uw naaste met dementie kan op sommige momenten agressief gedrag vertonen. Dan is het belangrijk om rustig te blijven. Hoewel u agressief gedrag niet altijd kunt voorkomen, kunt u wel voorwaarden scheppen waardoor hij of zij minder snel gefrustreerd of boos wordt. Een vaste dagindeling, geen lawaai, geen onverwacht bezoek. Als het agressieve gedrag u te veel wordt, is het belangrijk dit zo snel mogelijk te bespreken met uw huisarts of uw contactpersoon in het verpleeghuis.
Vermijd drukte en lawaai
Dementie kan onrustig maken: heen en weer lopen, zoeken, naar het toilet willen. Het helpt in zulke situaties niet om het rondlopen te verbieden. U kunt het gedrag beter negeren en hem of haar afleiden met iets te drinken, een ander gespreksonderwerp of een korte wandeling.
Niet vragen maar doen
Misschien wil uw vader of moeder helemaal niets meer? Is hij of zij lusteloos en ongeïnteresseerd? Toch is het mogelijk dit te doorbreken. U moet dan stellig te werk gaan: neem het voortouw, ga samen wandelen, maak een puzzel, luister naar muziek, geef complimentjes voor bereikte resultaten. Maak het niet te ingewikkeld maar let op wat hij of zij nog kan.
Tot slot: u bent niet vergeten
Hoewel het soms lijkt alsof iemand met dementie alles is vergeten, is dat niet zo. Een moeder die haar kind niet meer herkent, is dat kind niet vergeten. Uw moeder herinnert zich u nog wel, maar kan het verband niet zien tussen het kind van vroeger en de volwassene die nu naast haar zit. Geen herkenning is dus niet hetzelfde als vergeten. Het bespaart u misschien verdriet als u zich dat realiseert.
Meer informatie
Op de website Dementie.nl van Alzheimer Nederland, vindt u veel praktische informatie, ervaringsverhalen en kennis over dementie. Ook kunt u daar een overzicht vinden van allerlei boeken over dementie.