Hoe regel ik dagopvang?

Is het moeilijk voor uw partner of ouder om hele dagen thuis te zijn? Bijvoorbeeld omdat hij of zij alzheimer heeft of slecht ter been is? Dagopvang kan dan een oplossing zijn.

Bij de dagopvang brengen mensen de dag op een actieve manier door.  Bijvoorbeeld door met elkaar de krant te lezen, een spelletje te spelen, creatief bezig te zijn, een maaltijd te koken. Vaak gebeurt dit in een zorginstelling in de buurt, maar soms ook in een wijkcentrum of op een zorgboerderij. Er is altijd professionele ondersteuning aanwezig. Voor vervoer van- en naar de dagopvang wordt gezorgd.

U vraagt dagopvang aan via de huisarts, de wijkverpleegkundige of iemand van de thuiszorg. U kunt ook meteen naar de gemeente gaan. De dagopvang valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo. Daarom komt uw aanvraag uiteindelijk altijd bij de gemeente terecht. Voor dagopvang vanuit de Wmo betaalt u een vaste bijdrage van 19 euro per maand.

Stap 1: Het onderzoek

De gemeente onderzoekt of de dagopvang echt nodig is. Hoe werkt dat? Vaak komt er iemand van de gemeente thuis, ‘aan de keukentafel’ om over de problemen te praten. Maar soms gaat zo’n gesprek telefonisch, of moet u samen met degene voor wie u zorgt, zelf naar het gemeentehuis komen. De ambtenaar praat over veel zaken. Zoals: Wat mankeert degene voor wie u zorgt? Wat is zijn of haar inkomen? Hoe ziet de dag er nu uit? Zijn er naasten die mantelzorger zijn? Verder kijkt de gemeente of uw partner of ouder al zorg en ondersteuning krijgt vanuit andere wetten, bijvoorbeeld verpleging of lichamelijke verzorging vanuit de Zorgverzekeringswet. Blijkt uit het onderzoek dat dagopvang inderdaad hard nodig is? Dan is de gemeente verplicht om ondersteuning te bieden.

Stap 2: En na het keukentafelgesprek?

dagopvang regelen

Vraag aan het einde van het gesprek om een verslag. Dit verslag zal na een paar dagen, of uiterlijk binnen zes weken worden toegestuurd. Hierin staat wat er is besproken en welke afspraken er zijn gemaakt. Degene voor wie u zorgt, moet dit verslag ondertekenen. Alleen als hij of zij het ermee eens is, natuurlijk. Bent u - of degene voor wie u zorgt - het niet eens met de inhoud? Teken dan alleen voor ‘gezien’. Of vraag of er later getekend kan worden. U kunt er dan nog met anderen, bijvoorbeeld een familielid, over praten. Daarna praat u nogmaals met de gemeenteambtenaar. Misschien was het een misverstand en kan het verslag worden aangepast.

Als de bezwaren niet worden weggenomen, kunt u binnen zes weken bij de gemeente een klacht indienen. Informeer bij het Wmo-loket in uw gemeente hoe u bezwaar kunt indienen en vraag voor de zekerheid ook of die zes weken kloppen!

Stap 3: De dagopvang schriftelijk aanvragen

Als de gemeente haar toestemming heeft gegeven om de dagopvang te regelen, moet u zelf die dagopvang aanvragen. Iedere gemeente heeft hier weer eigen manieren voor. Informeer hiernaar bij de afdeling Welzijn of het Wmo-loket. Of bij de ambtenaar met wie u eerder al in gesprek was hierover.