Wie voor een ander zorgt of moet gaan zorgen, komt in een nieuwe wereld terecht. Een wereld van hulpmiddelen, zorgkantoren, onbekende wetten en plotselinge hulptroepen. Een wereld zonder wegwijzers bovendien. U zult uw eigen route moeten bepalen, maar wij helpen u daar graag bij.
Het begin
Uw oude vader is opeens doodziek en komt zijn bed niet meer uit. Uw alleenstaande moeder is gevallen en heeft haar heup gebroken. Een goede vriendin heeft plotseling haar man verloren, die ook haar mantelzorger was. Wat nu? Wie kunt u inschakelen? Waar kunt u terecht voor ondersteuning?
Stap 1: De gemeente
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Bij het Wmo-loket of op de afdeling Welzijn kunt u uit naam van degene voor wie u zorgt, vragen om bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, dagopvang, maaltijdverzorging, begeleiding bij de administratie, of een vervoerspas voor vervoer op maat. De gemeente zal als eerste een gesprek aanvragen met uw vader, moeder of oude tante. U kunt zelf bij dat gesprek aanwezig zijn. Doel van dat gesprek is, om te achterhalen of uw naaste écht een bepaalde voorziening nodig heeft. De gemeente rekent voor de meeste hulp vanuit de Wmo een vast tarief van 19 euro per maand. U leest er hier meer over.
Bij de gemeente kunt u onder andere terecht voor:
Heeft u in een noodgeval op stel en sprong een hulpmiddel nodig? Bijvoorbeeld een rolstoel of een toiletverhoger? Neem dan contact op met een thuiszorgwinkel bij u in de buurt. Daar kunt u hulpmiddelen kopen, maar ook huren of lenen. Bij bekende namen als Vegro en Medipoint kunt u ook online hulpmiddelen bestellen. Vanuit de Zorgverzekeringswet is het lenen van bepaalde hulpmiddelen gratis. Uw zorgverzekeraar en de leverancier van uw hulpmiddelen kunnen u vertellen of u hiervoor in aanmerking komt. Er geldt een maximumtermijn van 26 weken voor het lenen van hulpmiddelen. Huren kan ook.
Bij de gemeente kunt u onder andere terecht voor:
- Vervoer in de regio (voor mensen die moeilijk kunnen lopen en niet met het openbaar vervoer kunnen reizen);
- Individuele begeleiding;
- Een beschermde woonplek;
- Dagbesteding op maat;
- Aanpassingen in de woning zoals bijvoorbeeld drempels verwijderen, bredere deuren, een aangepaste lichtschakelaars, een aangepaste keuken, een traplift of toiletverhoger.
- Een rolstoel, scootmobiel of rollator (deze hulpmiddelen krijgt u alleen via de Wmo als u deze voor langere tijd nodig heeft. Voor hulpmiddelen voor tijdelijk gebruik kunt u contact opnemen met de thuiszorgwinkel, het thuiszorguitleenmagazijn of uw zorgverzekeraar);
- Respijtzorg (zorg om de mantelzorger te vervangen, bijvoorbeeld als die op vakantie is);
- Ondersteuning van mantelzorgers, bijvoorbeeld door een mantelzorgmakelaar of een cliëntondersteuner.
- Huishoudelijke hulp (zoals hulp bij het opruimen, schoonmaken en ramen zemen);
- Aanvullende vervoersvoorzieningen, zoals een bruikleenauto, aanpassingen van uw auto, bijzondere fietsen.
Heeft u in een noodgeval op stel en sprong een hulpmiddel nodig? Bijvoorbeeld een rolstoel of een toiletverhoger? Neem dan contact op met een thuiszorgwinkel bij u in de buurt. Daar kunt u hulpmiddelen kopen, maar ook huren of lenen. Bij bekende namen als Vegro en Medipoint kunt u ook online hulpmiddelen bestellen. Vanuit de Zorgverzekeringswet is het lenen van bepaalde hulpmiddelen gratis. Uw zorgverzekeraar en de leverancier van uw hulpmiddelen kunnen u vertellen of u hiervoor in aanmerking komt. Er geldt een maximumtermijn van 26 weken voor het lenen van hulpmiddelen. Huren kan ook.
Stap 2: de wijkverpleging
Als u medische- of lichamelijke zorg nodig heeft, kunt u bij de wijkverpleging terecht. De verzorgende of verpleegkundige helpt u bijvoorbeeld bij het opstaan, wassen, douchen, steunkousen aan- en uittrekken, aankleden en eten. Soms is verpleging nodig. Bijvoorbeeld als u injecties, medicijnen of wondzorg nodig heeft. Wijkverpleging en (medische) verzorging thuis zijn een onderdeel van het basispakket van uw zorgverzekering. U betaalt hiervoor geen eigen risico. De wijkverpleegkundige bekijkt samen met u welke zorg u precies nodig heeft. Wilt u wijkverpleging aanvragen? Wijkverpleegkundigen en -verzorgenden zijn meestal in dienst van een thuiszorgorganisatie. U heeft geen verwijzing van de huisarts nodig. Wel kan uw huisarts u helpen om een geschikte thuiszorgorganisatie te vinden bij u in de buurt. In een persoonlijk gesprek beoordeelt de wijkverpleegkundige of u in aanmerking komt voor verpleging en verzorging thuis. En als dat zo is, dan bekijkt u vervolgens samen welke zorg nodig is en stelt de wijkverpleegkundige een zorgplan op. U heeft geen indicatie nodig van de Centrale Indicatiestelling Zorg (CIZ).
Stap 3: Particuliere hulp of - zorg
Vooral hulp aanvragen via de gemeente, is een zaak van lange adem. U bent snel een paar weken verder voordat u duidelijkheid heeft. Dat is lastig, want ondertussen moet u weer aan het werk en kan uw vader thuis niet uit de voeten. Particuliere zorgbureaus kunnen uitkomst bieden. Die bureau's bieden veel soorten hulp en diensten aan, vaak tegen een betaalbare prijs. Bovendien is er soms een vergoeding van de kosten mogelijk. Hulp in de huishouding, thuisverpleging of hulp na een operatie? Een bureau voor particuliere zorg regelt bijna alles. Wilt u 24 uur per dag iemand in huis? Dan kunt u een zogenaamde zorg-au-pair voor ouderen huren. Of zoekt u iemand die af en toe een wandelingetje maakt met degene die zorg nodig heeft? Of iemand die meegaat naar het theater of museum? Het is allemaal mogelijk. De kosten voor particuliere zorg verschillen sterk. Voor een schoonmaakhulp betaalt u bij de meeste bureaus tussen de 20 en 45 euro per uur. De kosten voor een zorg-au-pair bedragen tussen de 2000 en 7000 euro per maand. Particuliere zorg lijkt duur, maar misschien krijgt u een deel van de kosten vergoed.
Stap 4: Tijdelijk verblijf in een instelling
Na een ziekenhuisopname kan de transferverpleegkundige van het ziekenhuis een doorverwijzing regelen naar een tijdelijk bed in een zorginstelling. Dit heet 'eerstelijnsverblijf'.
Eerstelijnsverblijf is een medisch noodzakelijk, kortdurend verblijf in een zorginstelling. Dit kan met of zonder verpleging of verzorging zijn. Het is een belangrijke voorziening voor als het thuis (nog) even niet gaat. U komt in aanmerking voor eerstelijnsverblijf zorg als uw huisarts het niet veilig vindt dat u naar huis gaat, of als de medische zorg die u nodig heeft, thuis niet goed te organiseren is. U hoeft zo'n tijdelijk verblijf in een zorginstelling niet zelf te regelen. De ontslagverpleegkundige of transferverpleegkundige bespreekt uw situatie met uw huisarts of met de specialist ouderengeneeskunde of met de arts verstandelijke gehandicapten (AVG).
Stap 5: Het verpleeghuis of langdurige zorg thuis
Heeft u of degene voor wie u zorgt, blijvend intensieve zorg nodig? Dan heeft u zorg nodig vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Om die zorg te krijgen, heeft u een indicatie nodig. Met een indicatie op zak, heeft u toestemming om deze zorg aan te vragen. Bij zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) gaat het meestal om zorg met verblijf in een instelling, zoals een verpleeghuis. Hoewel u ook thuis kunt blijven wonen, als u dat wilt. U komt alleen in aanmerking voor zorg vanuit de Wlz als u vanwege een ziekte of aandoening blijvend 24-uurszorg 'in de nabijheid' of permanent toezicht nodig heeft. Zorg in de nabijheid is bedoeld voor mensen die zelf geen hulp kunnen inroepen, bijvoorbeeld omdat iemand aan Alzheimer lijdt. In zo'n situatie moet er voortdurend begeleiding en verpleging in de buurt zijn.
Stap 6: Vrijwilligersorganisaties in de buurt
In bijna elke gemeente zijn vrijwilligers actief. Hun diensten zijn meestal gratis, of zeer voordelig. Denk aan hulp bij de administratie, boodschappen doen of kleine klusjes in huis. Nieuw is de opkomst van zorgcoöperaties. Dit is een vorm van burenhulp.
Tot slot: u staat er niet alleen voor
Het lijkt misschien wel of u er alleen voor staat. Maar er zijn veel professionals die u kunnen ondersteunen bij uw zoektocht naar de juiste opvang en hulp. We noemen er een paar:
Casemanager dementie: Heeft u - of degene voor wie u zorgt - alzheimer of een andere vorm van dementie? Dan heeft u recht op een casemanager dementie. De casemanager is meestal een wijkverpleegkundige, gespecialiseerd in dementie. Hij of zij geeft uitleg, praktische adviezen en emotionele steun. Ook aan mantelzorgers.
Mantelzorgmakelaar: Een mantelzorger moet veel regelen. Een mantelzorgmakelaar kan helpen bij taken die veel tijd en energie kosten. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van een indicatie of een persoonsgebonden budget (pgb). En ook bij het invullen van formulieren, of het op orde krijgen van de administratie.
Wmo-consulent: Wilt u thuishulp aanvragen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wmo-consulent helpt daarbij. De Wmo-consulent werkt bij de gemeente. U krijgt een uitnodiging voor een gesprek, het zogenoemde keukentafelgesprek. Daarna zoekt de Wmo-consulent naar de beste oplossing.
Cliëntondersteuner: De cliëntondersteuner is gratis; de gemeente betaalt de kosten. Toch is de cliëntondersteuner onafhankelijk. Hij of zij komt op voor úw belangen. U kunt advies vragen over 24-uurs zorg thuis, of over opname in een verpleeghuis. De cliëntondersteuner kan ook meegaan naar het keukentafelgesprek met de Wmo-consulent.
Ouderenadviseur: Sommige gemeenten hebben een ouderenadviseur in dienst. U kunt er terecht met allerlei vragen: over wonen, zorg, welzijn en financiën. De ouderenadviseur weet ook welke activiteiten de gemeente organiseert voor ouderen.
Specialist ouderengeneeskunde: De verpleeghuisarts heeft een nieuwe naam: specialist ouderengeneeskunde. Deze arts is gespecialiseerd in ouderdomsziekten en chronische ziekten. Hij of zij komt ook bij u thuis, als dat nodig is. Dit gebeurt vaak na een verzoek van de huisarts of de wijkverpleegkundige.
Casemanager dementie: Heeft u - of degene voor wie u zorgt - alzheimer of een andere vorm van dementie? Dan heeft u recht op een casemanager dementie. De casemanager is meestal een wijkverpleegkundige, gespecialiseerd in dementie. Hij of zij geeft uitleg, praktische adviezen en emotionele steun. Ook aan mantelzorgers.
Mantelzorgmakelaar: Een mantelzorger moet veel regelen. Een mantelzorgmakelaar kan helpen bij taken die veel tijd en energie kosten. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van een indicatie of een persoonsgebonden budget (pgb). En ook bij het invullen van formulieren, of het op orde krijgen van de administratie.
Wmo-consulent: Wilt u thuishulp aanvragen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wmo-consulent helpt daarbij. De Wmo-consulent werkt bij de gemeente. U krijgt een uitnodiging voor een gesprek, het zogenoemde keukentafelgesprek. Daarna zoekt de Wmo-consulent naar de beste oplossing.
Cliëntondersteuner: De cliëntondersteuner is gratis; de gemeente betaalt de kosten. Toch is de cliëntondersteuner onafhankelijk. Hij of zij komt op voor úw belangen. U kunt advies vragen over 24-uurs zorg thuis, of over opname in een verpleeghuis. De cliëntondersteuner kan ook meegaan naar het keukentafelgesprek met de Wmo-consulent.
Ouderenadviseur: Sommige gemeenten hebben een ouderenadviseur in dienst. U kunt er terecht met allerlei vragen: over wonen, zorg, welzijn en financiën. De ouderenadviseur weet ook welke activiteiten de gemeente organiseert voor ouderen.
Specialist ouderengeneeskunde: De verpleeghuisarts heeft een nieuwe naam: specialist ouderengeneeskunde. Deze arts is gespecialiseerd in ouderdomsziekten en chronische ziekten. Hij of zij komt ook bij u thuis, als dat nodig is. Dit gebeurt vaak na een verzoek van de huisarts of de wijkverpleegkundige.