Bij ouderen en chronisch zieken komt ondervoeding veel voor. Als mantelzorger kunt u hiermee te maken krijgen, juist nu op bezoek gaan even wat lastiger is.
Gewichtsverlies is meestal het eerste signaal van ondervoeding. Bij kleding die losser gaat zitten en ingevallen wangen gaan de alarmbellen rinkelen. Een beetje gewichtsverlies lijkt niet zo erg, maar het probleem is vooral dat juist het spierweefsel afneemt. De kracht en energie kunnen daardoor achteruit hollen. Het risico op vallen en daardoor op botbreuken neemt toe. Ook kan de weerstand verminderen.
Leeftijd
Het risico op ondervoeding neemt toe op hogere leeftijd. Het hongergevoel neemt af en iemand zit sneller vol. Ook de smaak neemt af en de spijsvertering werkt niet meer optimaal. Daarnaast kan iemand slechter gaan eten omdat hij of zij eenzaam is, of omdat boodschappen doen en zelf koken steeds moeilijker wordt. Kauw- en slikproblemen, bijvoorbeeld door een slecht passend kunstgebit, werken ondervoeding in de hand.
Ziekte en medicijngebruik

Het risico op ondervoeding is bij ziekte het grootste. Door ziekte kan iemand bijvoorbeeld misselijk zijn of moeite hebben met kauwen en slikken. Ook heeft iemand door ziekte meer voedingsstoffen nodig dan normaal. Verder verminderen sommige medicijnen de eetlust. Ziekten waarbij ondervoeding relatief snel kan ontstaan zijn COPD, dementie, depressie, darmproblemen en problemen met het hart. Bij kanker, langdurige pijn en bij herstel na een zware operatie is er ook veel kans op ondervoeding.
Risicogroepen
- Kwetsbare ouderen thuis, in een verzorgingshuis of woonzorgcentrum.
- Mensen die meerdere ziekten hebben, chronisch ziek zijn of veel medicatie gebruiken.
- Mensen met lichamelijke beperkingen.
- Mensen met een niet-passende gebitsprothese, kauw- of slikproblemen.
- Mensen die recent ontslagen zijn uit het ziekenhuis.
- Mensen met psychosociale problemen en verwaarlozing.
Meten is weten
Merkt u dat bij degene voor wie u zorgt de eetlust afneemt of dat eten vaak wordt 'vergeten'? Stel dan een vast weegmoment in. Bijvoorbeeld elke twee weken, of iedere maand. Is het gewicht afgenomen met meer dan 5 procent in één maand? Ga dan naar de dokter. Doe dit ook als het gewicht in het afgelopen half jaar ongewild is afgenomen met meer dan 10 procent. Omroep MAX heeft een online zelftest om het risico op ondervoeding snel in te schatten.
Gevolgen
Ondervoeding kan grote gevolgen hebben. De weerstand neemt af, wonden genezen minder goed, mensen hebben meer kans op doorliggen en de kans op complicaties bij ziekte is groter. Ook is iemand met ondervoeding vaak vermoeid en is de levenskwaliteit minder. Er is zelfs een verhoogde kans om te overlijden.
Wat kunt u zelf doen?
Calorieën en eiwitten, daar draait het om in de strijd tegen ondervoeding. De eiwitten zijn nodig om het verloren spierweefsel weer op te bouwen. Geef deze extra voedingszorg:
Noteer eens een dag lang wat degene voor wie u zorgt, eet en drinkt.
- Probeer minimaal zes keer per dag iets te eten aan te bieden. Liever zes kleine maaltijden per dag dan twee of drie grote.
- Zorg voor veel lekkere eiwitrijke tussendoortjes in huis die zo gepakt kunnen worden, ook als u er niet bij bent: vruchtenkwark, pudding, melk, yoghurt, vla, vanilleijs, noten en pinda’s, plakjes worst, blokjes kaas, kibbeling, haring, toastje met zalm of een gekookt eitje.
- Geef geen 'lege' calorieën te drinken maar probeer altijd iets met eiwitten te geven. Dus liever melk of drinkyoghurt dan limonade of frisdrank.
- Beleg het brood met dubbel hartig beleg. Bijvoorbeeld met kaas en ham of zachte geitenkaas en rauwe ham. Besmeer het brood met roomboter of margarine.
- Geef een ruime portie vlees of vis bij de warme maaltijd.
Om mee te nemen op bezoek
Lekkere, gezonde en voedzame hapjes:
- Gekookt eitje;
- Fruitsalade;
- Beschuit en aardbeien;
- Vruchtenkwark, yoghurt en pudding;
- Melk, vla en vanille-ijs;
- Nootjes;
- Plakjes worst en blokjes kaas;
- Toastje met zalm of tonijn;
- Haring, makreel of paling;
- Verse broodjes, zoals krentenbollen;
- Soep, bijvoorbeeld groentesoep met balletjes;
- Stoofpeertjes en appelmoes.
Dementie en ondervoeding
Bij dementie komt ondervoeding vaak voor. Probeer allereerst te achterhalen wat de oorzaak is. Lukt het nog wel om pakken en flessen te openen? Weet iemand de koelkast nog te vinden? Lukt het om maaltijden op te warmen of brood te smeren? Het helpt om aanwijzingen te geven. Denk aan een briefje op het koffiezetapparaat, met uitleg. Of een sticker met 'koelkast' op de koelkast. En zet eten en drinken klaar in de koelkast. Een schaaltje met vla, bekers met melk. Denkt iemand eenvoudigweg niet meer aan eten of drinken? Vraag aan het bezoek en ook aan de thuishulp om iets te eten en te drinken aan te bieden. Kunt u even niet op bezoek? Soms helpt een telefoontje om iemand aan een eetmoment te herinneren.
Op krachten komen
De apotheek verkoopt eiwitrijke drinkvoeding. U kunt dit ook kopen bij thuiszorgwinkels of organisaties als Sorgente, Nutricia of Mediq Tefa. Soms kunt u hiervoor een vergoeding krijgen van de zorgverzekeraar. De huisarts of diëtist kan de vergoeding aanvragen. Het Voedingscentrum geeft onafhankelijke informatie over eten. Hier vindt u tips over gezond eten, veilig eten en duurzaam eten.
Ook bewegen!
Het is belangrijk om eiwitten te eten. Maar bewegen is ook nodig. Door beweging zet het lichaam de eiwitten om in spierweefsel. En daar wordt u sterker van. Hoe meer beweging, hoe beter. Kijk op de website van sportzorg.nl voor advies en tips voor sport en beweging bij verschillende (chronische) aandoeningen.