Wonen zoals u dat wilt
Als een naaste of goede vriend of vriendin een groot verlies lijdt, wilt u die persoon troosten. Maar dat is niet altijd eenvoudig. Toch is er altijd iets dat u kunt doen. Dit artikel geeft een paar suggesties.
Troosten is iets anders dan een probleem helpen oplossen. Troostende woorden zijn soms moeilijk te vinden en kunnen ook voor iedereen anders zijn.
Veel mensen stemmen de manier waarop ze troosten af op wat ze zelf fijn zouden vinden. Dat is begrijpelijk, maar het is niet altijd het beste wat u kunt doen. U bent niet de ander. Beter is het om aan de persoon die u wilt troosten te vragen wat hij of zij nodig heeft. Ga niet uit van uzelf. Troost draait om de ander.
Merkt u dat u het contact met iemand die rouwt uitstelt, omdat u niet goed weet hoe u om moet gaan met het verdriet van de ander? Of laat u wel iets van u horen, maar vermijdt u het onderwerp? Dat is heel normaal, want praten over verlies of de dood is niet fijn. Het roept bij u misschien ook nare gedachten op. Toch is het beter om het contact wel aan te gaan. De grootste fout die u kunt maken, is niets doen.
De mens heeft van nature de neiging om problemen op te lossen. Maar soms zijn er dingen waar u zelf niets aan kunt doen, die u zult moeten accepteren. Verdriet om een dierbare is niet op te lossen. Het is er en het gaat niet één, twee, drie weg. Behandel het verdriet daarom niet als een probleem dat opgelost moet worden. U kunt beter laten merken dat u het verdriet van de ander ziet.
U wilt waarschijnlijk graag het verdriet van de ander verzachten en misschien probeert u daarom de ander op een positieve manier tegen de gebeurtenis te laten aankijken. Bijvoorbeeld ‘gelukkig heeft hij niet lang hoeven lijden’ of ‘ze heeft wel een mooie leeftijd bereikt’. Bedenk dat dit geen troostende woorden zijn. Door dit soort uitspraken te doen, wuift u het verdriet van de rouwende eigenlijk weg. De ander kan zich daardoor in de steek gelaten voelen.
Friedrich Nietzsche schreef: ‘De beste vorm van troost is aangeven dat er geen troost is’. Als u toegeeft dat u met lege handen staat en dat ook uit, erkent u de omvang van het verdriet en geeft u aan dat het er mag zijn. En juist dat geeft troost.
Wilt u graag iets geven aan iemand die rouwt? Geef dan het kostbaarste wat u heeft, uw tijd. Daarmee troost u écht. Bespreek met de rouwende wat u gaat doen in de tijd die u samen heeft. Soms vindt iemand het fijn om te praten, soms is het genoeg als u er gewoon bent. Probeer goed naar de ander te luisteren en zorg ervoor dat u de aandacht niet naar uzelf toetrekt. U kunt ook iets geven waarin u veel tijd heeft gestoken, zoals een handgemaakte kaart of een zelfgemaakte maaltijd.
Sommige rouwenden vinden het niet prettig, maar voor anderen is een knuffel of even iemands hand vasthouden de beste vorm van troost. Juist omdat woorden geen troost bieden, kan zo’n gebaar alles zeggen.
Zeg liever niet tegen iemand die rouwt dat hij of zij een periode moet afsluiten of het verlies een plekje moet geven. Vaak verandert rouw in de loop van de tijd wel van vorm en intensiteit. De pijn wordt meestal geleidelijk minder en verandert in weemoed en dankbaarheid. Maar iedereen rouwt op zijn of haar eigen manier. En de ene dag is de andere niet. Het is heel menselijk als iemand soms wel over het verdriet wil praten en een andere keer niet. Psychogerontoloog Huub Buijssen ontdekte dat er vijf talen van troost zijn. Als u weet aan welke soort troost de ander behoefte heeft, wordt het makkelijker om de juiste steun te geven.