Zo herkent u overbelasting als u veel voor iemand zorgt

Mantelzorgers denken vaak in de eerste plaats aan een ander, de persoon voor wie ze zorgen. Maar als mantelzorger moet u ook op uzelf letten. Als u merkt dat het zorgen te zwaar wordt, is het verstandig om het even wat rustiger aan te doen. Zo houdt u het mantelzorgen langer vol.

Zorgen voor iemand anders is een mooie, maar vaak ook een zware taak. Zeker als u zorgtaken combineert met werk of een gezin. Bovendien neemt de zorg na verloop van tijd vaak geleidelijk toe, als de persoon voor wie u zorgt stapje voor stapje achteruitgaat. Doet u dan extra uw best om de zorg toch vol te houden? Daarmee loopt u het risico dat het voor uzelf steeds zwaarder wordt om al uw taken te combineren. Misschien kunt u het daardoor uiteindelijk niet volhouden voor iemand te blijven zorgen. Het is dus belangrijk om al eerder de signalen van overbelasting te herkennen. Dan kunt u op tijd een stapje terugdoen.

Soorten klachten

Als u overbelast raakt, kunt u lichamelijke of emotionele problemen krijgen. Dit zijn volgens Thuisarts.nl signalen waar u op moet letten:
  • U bent moe en heeft weinig energie;
  • U bent gespannen;
  • U bent sneller geïrriteerd, boos of in tranen;
  • U bent somber;
  • U vergeet dingen;
  • U slaapt minder goed;
  • U heeft hoofdpijn;
  • U heeft maagklachten;
  • U heeft nek- of rugklachten;
  • U bent sneller verkouden of grieperig.
Bij mantelzorgers komen daar vaak nog schuldgevoelens en gevoelens van angst, verdriet of machteloosheid bij. Ook kunt u last hebben van rouw, bijvoorbeeld als u uw partner, vader of moeder ziet veranderen en hij of zij niet meer dezelfde persoon is als vroeger. Herkent u een van deze klachten bij uzelf? Probeer daar dan meteen iets aan te doen. Vaak volgen de klachten elkaar op. Ook kunnen ze leiden tot problemen in uw dagelijks leven, bijvoorbeeld op uw werk of in uw relatie. Als u meteen bij het eerste signaal het probleem aanpakt, hoeft het zo ver niet te komen.

Stress fases

Medewerkers van de Mantelzorglijn van belangenorganisatie MantelzorgNL hebben vaak contact met mantelzorgers die al langer klachten hebben, maar daar geen aandacht aan hebben gegeven. Deze klachten lijken volgens medewerker van de Mantelzorglijn Ginette Klein erg op klachten die horen bij stress. Zij adviseert mantelzorgers om bij zichzelf na te gaan of ze zich herkennen in één van volgende punten, die wijzen op opbouw van stress.
  1. U bent vaker moe dan normaal, ook in uw hoofd. U heeft geen zin meer in dingen die u voorheen graag deed. U voelt zich onrustig. U heeft geen energie over.
  2. U herstelt minder van rusten. U heeft moeite met concentreren, vergeet dingen, krijgt slaapproblemen, bent vaker gespannen. U reageert vaker geprikkeld.
  3. Uw taken kosten u meer tijd en moeite. Uw prestaties gaan achteruit.
  4. U kunt uw taken niet meer aan. U reageert snel overprikkeld. U bent erg moe.
  5. Uw lichaam verzwakt en uw afweer neemt af. Daardoor wordt u eerder ziek.
  6. U bent doorlopend moe en moet van iedere kleine inspanning lang uitrusten.
(Bron: CSR Centrum)

Dit kunt u doen

In fase 1 en 2 is het nog goed mogelijk om in te grijpen door vaker rust nemen. Dat kan genoeg zijn om weer te herstellen. Als u slaapproblemen heeft, is het belangrijk om daar iets aan te doen. Door te weinig slaap, kunnen uw prestaties snel achteruitgaan en krijgt u al snel meer klachten. Praat over uw slaapproblemen met uw huisarts of schakel een slaapcoach in. In fase 3 en 4 is het te laat voor snelle oplossingen. U heeft dan hulp nodig om zelf weer te herstellen en kunt de persoon voor wie u zorgt niet de zorg geven die hij of zij gewend is. Vraag iemand anders om taken van u over te nemen. In fase 5 en 6 moet u de zorg overlaten aan iemand anders, omdat u alle tijd nodig heeft voor uzelf. Is er niemand die de zorg kan overnemen, dan is er misschien respijtzorg mogelijk, bijvoorbeeld een tijdelijk verblijf in een logeerhuis.

Tips van de Mantelzorglijn

  • Schakel op tijd extra hulp in, bijvoorbeeld uit uw eigen netwerk of van een vrijwilliger. Of misschien kunt u wel (meer) hulp krijgen van de gemeente of de thuiszorg.
  • Zorg voor genoeg tijd en aandacht voor de dingen die u belangrijk vindt, zoals zwemmen met een vriendin of zingen in een koor.
  • Blijf genoeg bewegen.
  • Praat over uw zorgen en problemen met anderen. Als u niemand heeft om uw zorgen mee te delen, kunt u ook bellen met de Mantelzorglijn.

Test uzelf

Heeft u een goede balans tussen uw mantelzorgtaken en de zorg voor uzelf? Doe de balanstest van MantelzorgNL, ontdek wat voor type mantelzorger u bent en krijg tips hoe u beter in balans kunt komen.