10 leuke en nuttige tuinklusjes in de lente

In de lente gebeurt er veel in de tuin. Gras begint weer te groeien, planten lopen uit en struiken en bomen krijgen weer blad. Een goed moment om in actie te komen en het leven in uw tuin een handje te helpen.

De lente is een goed moment om de tuin op te ruimen. Controleer bomen en struiken op dode takken en knip ze weg. Als uw vaste planten nog dode bladeren en takken hebben, knip deze dan af. Haal oude plantenresten en bladeren weg uit de borders en van het gazon. Veeg het tuinpad en het terras, zodat u straks weer een opgeruimde zithoek heeft. Heeft u een vijver, haal daar dan het dode blad uit en plant bijvoorbeeld waterlelies.

Na de winter is het terras of balkon vaak bedekt met onkruid en groene aanslag van mossen en algen. Probeer dit niet weg te schrobben met chemische bestrijdingsmiddelen of met schoonmaakazijn. Dat is slecht voor het milieu en helpt meestal ook niet echt. Probeer liever eerst de groene aanslag weg te vegen met een bezem en heet water. Lukt het daarmee niet, gebruik dan een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel, zoals Biomos en de groene aanslagreinigers van HG, Kruidvat en Trekpleister. Deze staan op de lijst van toegestane middelen van het College voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Cbtg). Of koop voegenzand bij de bouwmarkt. Strooi het over de groene tegels en bezem het uit. Het zand schuurt niet alleen het mos weg, maar vult ook de voegen tussen de tegels.

In de lente hebben planten veel voedingsstoffen nodig. In de natuur halen ze dat uit de grond, waar gevallen bladeren en dode planten zijn verteerd. Maar in de tuin zitten er meestal niet genoeg voedingsstoffen in de grond. Tuinplanten kunnen daarom wel wat extra’s gebruiken. U kunt hiervoor om te beginnen compost door de bovenste laag grond mengen. Hiermee komen uw planten na de winter weer op krachten. Ook zorgt compost voor een gezonde grond. Daarnaast kunt u planten en struiken bemesten. Sommige soorten hebben maar één keer per jaar mest nodig, andere vaker. Rozen en buxus bijvoorbeeld kunt u het beste twee keer per jaar bemesten. Compost en tuinmest koopt u bij het tuincentrum.

Mei is de maand van de ijsheiligen. Dit is de periode van 11 tot 15 mei. Planten die niet tegen vorst kunnen, kunt u het beste pas na die tijd buiten zetten. Wordt er geen nachtvorst meer voorspeld, dan kunt u dat ook iets eerder doen. Doe dat op een bewolkte dag, zodat de overgang niet te groot is. Als het toch gaat vriezen, kunt u ze afdekken.

Niet alleen de vaste planten beginnen te groeien in de lente, ook onkruid komt weer tevoorschijn. Onkruid groeit vaak hard en maakt al snel bloemen en zaden. Zorg ervoor dat u de verspreiding van onkruid voor blijft en trek het onkruid zo snel mogelijk met wortel en al uit. Dan groeit het minder snel terug. Onkruid wieden gaat makkelijker als de vaste planten nog een beetje kaal zijn.

De lente is ook het goede seizoen om te snoeien. Voordat u aan die klus begint, is het goed om uw gereedschap te controleren. Zijn uw snoeischaren nog scherp genoeg? Botte scharen en messen maken het werk een stuk zwaarder. Bovendien is het minder goed voor uw planten. Slijpen is dus belangrijk. Maak een snoeischaar eerst goed schoon met een spons met water en zeep. Laat de schaar daarna goed drogen, zodat hij niet gaat roesten. Doe een druppeltje olie op de scharnierende onderdelen en de veer. Vijl de schaar met een slijpsteen, een slijptol of een diamantvijl. Controleer ook de messen van de grasmaaier. Deze kunt u laten slijpen bij een speciaalzaak voor tuingereedschap. De lente is ook een prima tijd om stekjes te kweken. Daarvoor heeft u potjes en zaai- en stekgrond nodig. Als u een plant snoeit, gaat deze daarna harder groeien. Fruitbomen bijvoorbeeld brengen daardoor meer fruit op in het najaar. Maar ook hortensia’s, rozen, klimplanten, bessenstruiken en druivenstruiken kunnen wel een snoeibeurt gebruiken. Laat u ook goed adviseren of zoek op internet hoe u uw planten het beste kunt snoeien, want iedere plant vraagt een andere aanpak. Sommige planten kunt u ook beter later in het jaar snoeien of juist eerder.

Vaste planten kunnen snel groeien. Geef planten die dat nodig hebben nu een steuntje. Dat kunt u doen met metalen pinnen of bijvoorbeeld wilgentenen. Nu kunnen de planten nog langs de steun omhoog groeien, zodat ze de steun helemaal bedekken. Als u langer wacht, blijft u de steunen achteraf altijd zien.

In de lente begint ook het gras weer te groeien en daarmee begint ook het maaiseizoen. Na zo’n eerste maaibeurt is het een goed moment om het gazon te bemesten, liefst vlak voor een regenbui. Mestkorrels of droge mest kunnen dan snel in de grond trekken. Houd u aan de hoeveelheid mest die op de verpakking wordt geadviseerd. Te veel mest is slecht voor het gras. Verwijder na een maaibeurt dood gras en mos.

Houdt u van een kleurige tuin in de zomer? Zaai dan in de lente eenjarige bloemen. Wacht met zaaien in de volle grond tot na de ijsheiligen. Zaaien in potjes die u ook binnen kunt zetten kan wel eerder. Sommige planten houden ervan als de grond nog iets meer is opgewarmd, zoals zinnia’s en lathyrus. Daarmee kunt u beter wachten tot juni. Eenjarige bloemen zijn er in veel soorten en kleuren. In de zomer zetten ze uw tuin helemaal in bloei. Al die bloeiende bloemen trekken veel insecten aan. Het voordeel daarvan is dat insecten ongedierte bestrijden en gezond zijn voor alle planten.

Bij warm lenteweer droogt de grond snel uit. Geef planten dus voldoende water als het een tijdje niet geregend heeft. Vooral planten en struiken die pas geplant zijn hebben regelmatig water nodig. Het beste tijdstip daarvoor is ’s avonds. Als u overdag sproeit, kunnen waterdruppels die op de bladeren blijven liggen, werken als een vergrootglas en zo de zonnestralen versterken. Het blad kan daardoor te heet worden en verbranden.

De lente is ook een goed moment om klussen in en om het huis aan te pakken, zoals dakgoten schoonmaken en voegen controleren. U leest er meer over in dit artikel.